Het improvisatie-systeem 2

Inzicht in de verschillende begeleidingsaspecten van het tablaspel:

Begeleiding voor Khayal instrumentaal Als voorbeeld van een typische klassieke uitvoering nemen we een instrumentaal stuk in khayal, de meest populaire klassieke stijl van heden. Afhankelijk van de stemming van de solist begint de raga  met een inleidend stuk dat alap heet en tussen de 1 minuut en ongeveer dertig minuten kan duren. Tijdens de gehele alap zit de tablaspeler rustig op het podium te wachten. Zo gauw de bandish (melodische compositie) begint komt de tabla op gang. De eerste regel van een bandish is ook de mukhra dus de tablaspeler kan horen waar de sam zich bevindt. Vanaf de sam begint men de matras te tellen tot de sam weer terug komt. Zo kan een tablaspeler een tala herkennen en afhankelijk daarvan de theka beginnen te spelen. Soms begint een tablaspeler met een mukhra (een begincompositie ), of met een improvisatieof speelt hij meteen de theka. De bedoeling is dat de tabla de begeleidingsrol speelt en een basisritme geeft met de theka, waarop de solist zijn improvisaties kan spelen zonder de zorg om de tala in de gaten te houden, want dat ligt in de handen van de tablaspeler. Als de solist terug wil keren naar de bandish , luistert hij naar de tabla, herkent de khali of de sam en zorgt dat hij met zijn mukhra of tihai op de volgende sam uit komt. Vanaf de sam gaat de solist verder met de bandish en neemt in feite de verantwoordelijkheid voor de tala over,  waarop de tablaspeler zijn kans krijgt om ook iets te gaan improviseren.

De tablaspeler moet nooit vergeten dat hij een begeleider is en in het algemeen eigenlijk meer op de achtergrond moet blijven. De raga is van het grootste belang en helaas zien we tegenwoordig soms een tablaspeler die zijn ego op de loop laat gaan, en met slechte begeleidingsideeën de hele sfeervan de raga verstoort. De kunst van de begeleidingsimprovisatie is dat er een duidelijk, geïnspireerd ritmisch verband ligt tussen zijn stuk en het net afgelopen stuk van de solist. Om de beurt wordt er geïmproviseerd, alleen met een verschil en dat is dat de improvisaties van de tablaspeler veel korter zijn dan die van de solist. Dit is het basissysteem waarbinnen de tablaspeler kan improviseren binnen de klassieke stijl van de khayal.  Er zijn een paar andere mogelijkheden die af en toe voorkomen. De sath sangat is een vorm waarbij de tablaspeler de ritmische patronen van de solist gelijktijdig volgt. Larant sangat is een soort ritmisch gevecht en jawab sawal  is een vraag-en-antwoord spel. Deze vormen van samenspel komen voor in de instrumentale klassieke muziek .

Begeleiding voor Khayal zang  

Aan de andere kant komen in de klassieke khayal zangstijl de sathsangat, larantsangat en de jawab sawal tegenwoordig vrijwel nooit voor. De traditionele begeleiding blijft in de theka vooral bij de vilambit gat (langzame compositie).In de madhya en drut gats  (composities) worden kleine mukhras en tihais wel gebruikt. 

Khayal zang thekas:  

  • ati vilambit:     ektal (12), jhoomra (14), tintala (16) 
  • vilambit:          ektal (12), jhoomra (14), tintala (16), tilwada (16), ada chautal (14) 
  • madhya:          ektal (12), tilwada (16), ada chautal (14), rupak (7), jhaptal (10), tintal (16)
  •  drut:                tintal (16), ektal (12), asulfakta (10), rupak (7), ada-chautal (14)  
  • ati drut:           tintala (16), ektala (12)


< vorige pagina